Skip to content

De kreeftenvisserij in Centuri

Centuri-Port is de belangrijkste haven van Corsica voor de kreeftenvisserij. Het stadje aan de westkust van Cap Corse leeft bijna uitsluitend van de visserij en het toerisme. Van de ongeveer 200 inwoners van Centuri zijn er 20 beroepsvissers. Ik mocht een keer de zee op met Fernand, Alex en André.

 

Fernand is de eigenaar van het restaurant Le Langoustier, dat direct aan de haven ligt.

De kleine discotheek aan de andere kant van de haven ging net dicht toen ik slaperig langs de kade naar Fernand’s boot draafde. Het was net voor vier uur. Fernand, Alex en André waren er al, zij zijn gewend om zo vroeg op te staan. We aten elk een enorme Lonzu sandwich en twee flessen St-Georges. We gingen aan boord, Fernand startte de motor en Alex en André maakten de touwen los. De Laura, zoals de tien meter lange, blauw-witte boot wordt genoemd, kwam in beweging en verliet de kleine haven. Vergezeld door het monotone gezoem van de motor, gingen we noordwaarts. De zee was zo glad als glas. Ontelbare sterren fonkelden boven ons. De heuvels van Cap Corse waren slechts vaag zichtbaar in de lucht.

Fernand stond aan het roer in de kleine cabine en luisterde naar het laatste weerbericht op de radio, terwijl André in een kleine nis in de romp kroop om wat te slapen. De vuurtoren op het Ile de la Giraglia toonde ons dat we het noordelijkste puntje van Corsica hadden bereikt. Fernand toonde me onze exacte positie op het scherm van het GPS-systeem en legde de functies ervan uit. Met onze huidige snelheid van ongeveer acht knopen, hadden we toch nog bijna twee uur nodig om de eerste netten te bereiken die moesten worden getrokken. Toen ik eens achterom keek, schrok ik eerst: als een helder verlichte stad kruiste een enorm schip ons pad. Alex legde me uit dat het de Kalliste van de CMN was, komende van Marseille en op weg naar Bastia. De dageraad begon langzaam in te vallen. In het oosten was het eiland Capraja nog een zwarte schaduw aan de horizon, ver naar het zuiden rezen de bergen van Cap Corse op uit de zee.

Alex maakte André wakker en trok toen een gele waterafstotende rubberbroek aan. In zijn logboek had Fernand precies genoteerd waar hij drie dagen eerder de netten had uitgeworpen. Met behulp van het GPS systeem, vond hij zijn weg terug naar die exacte plek. André pakte een lange stok met een klein haakje aan het uiteinde en wachtte daarmee helemaal vooraan op de boeg. Hij zag de gele boei eenzaam op zee drijven en trok hem met de hengel aan boord. Het was gelabeld ‘Laura 13’. Aan de boei was een touw bevestigd, dat André om de boven de boeg bevestigde lier deed. Deze werd aangedreven door een motor en trok het touw, dat tot op de zeebodem reikte, naar boven. Toen volgde ook het net, dat drie dagen op de bodem van de zee had gelegen. Nu begon het echte werk: Fernand, die intussen ook de waterafstotende vissersbroek had aangetrokken, nam een knuppel en ging op de boeg zitten. Daar klopte hij de ongewenste ballast – stenen, visskeletten, schelpen van zee-egels, zeesterren enzovoort – die in het net verstrikt was geraakt, terug in zee. Alex ging wat verder naar achteren staan en verwijderde de laatste resten van het vuil. Achter in de boot legde André het net zorgvuldig en zonder klitten in de romp, zodat het zonder problemen weer kon worden uitgeworpen.

Fernand’s tweede taak was een oogje te houden op het net dat uit de duisternis van de diepte tevoorschijn kwam en te kijken of er een kreeft in verstrikt zat. Zo ja, dan werd de lier gestopt en werd het net met de hand omhoog getrokken. Anders zou het kostbare schaaldier in de lier worden verpletterd door de druk van het net dat meer dan 100 meter naar de zeebodem hangt. In totaal hebben we in ongeveer 3 uur 6 netten van elk 750 meter getrokken.

Naast 25 kg kreeften werden ook enkele zeeduivels (Lotte), enkele chapons en spinkrabben (Araignées) gevangen. Fernand was tevreden met de vangst. Na een korte pauze moesten de netten opnieuw worden uitgeworpen. We reden een aardig eindje naar het oosten. Ons pad werd gekruist door de Corsica Express Seconda, waarvan de golven onze boot wild heen en weer deden schommelen. Plotseling minderde Fernand vaart, noteerde de exacte positie die het GPS-systeem aangaf en gaf André het sein om de boei van het eerste net en het touw uit te gooien. Terwijl de boot verder voer, werd het net meter voor meter over de reling neergelaten. Tenslotte was er nog een touw en aan het eind daarvan nog een boei.

Het duurde nog 3 uur voordat alle netten weer op de zeebodem lagen. Tenslotte ging Fernand terug naar zijn thuishaven terwijl Alex, André en ik het dek schrobden. Allerlei vuil van de zeebodem had zich erop opgehoopt. Alex en André gingen toen slapen. Het werk onder de blakende augustuszon is zwaar! Toen wij de kust van Cap Corse weer bereikten, liet Fernand mij een kleine grot zien ten noorden van Centuri. Als jongen was dit zijn geheime schuilplaats. In de namiddag, na meer dan 10 uur op zee, voeren wij de haven van Centuri weer binnen. We brachten de kostbare lading onmiddellijk naar een van de restaurants, zodat het ’s avonds vers kon worden opgediend. s Avonds, na een lange en uitgebreide siësta, heb ik samen met Fernand, Alex en André genoten van een heerlijke langouste grillée met een fles Gioielli blanc. Wat een bewogen dag van langoustine vissen in Centuri!

Back To Top