Nonza

Het kleine dorpje Nonza ligt ongeveer 150 meter vrijwel verticaal boven de zee en wordt bewaakt door een kleine wachttoren.

De kerk van Sainte-Julie staat direct aan de piazza. Deze werd in de 14e eeuw gebouwd op de plaats van een kerk uit de 9e eeuw. Deze stond op haar beurt op de fundamenten van een kerk uit de 4e eeuw, die in 734 door de Saracenen was verwoest. Binnen in de kerk staat een gekleurd marmeren altaar uit 1694, dat afkomstig is uit het Franciscaner klooster dat ten zuiden van Nonza net boven de zee ligt. De kerk werd aan het eind van de 19e eeuw zwaar verbouwd en uitgebreid met de klokkentoren. Het dak is bedekt met teghie, leistenen dakpannen.

Vanaf het kleine dorpsplein leiden vele kleine trappen tussen de huizen naar de toren, het herkenningspunt van Nonza. Het uitzicht vanaf een hoogte van 160 m is adembenemend en vereist een hoofd voor hoogtes. De toren kan bezocht worden. Een populair fotomotief is het strand, gefotografeerd door het gat in de rots. Je moet echter over de reling klimmen om een goed uitzicht te krijgen!

De toren van Nonza

In de 12e eeuw bouwde de machtige familie Avogari op deze plaats een kasteel. Deze werd in 1489 door de Genuezen verwoest. In 1760 gaf Pasquale Paoli opdracht tot de bouw van de toren. De toren van Nonza is dus geen Genuese toren! Het gebouw heeft een vierkant grondplan met afgeronde hoeken en is opgetrokken uit leisteen.

Er is ook een legende rond de toren. Het werd belegerd door de Fransen in augustus 1768 (zie geschiedenis). De soldaten hadden hun aanvoerder in de steek gelaten bij een dreigende nederlaag. Dus oude Casella moest zelf terugvechten. Hij stak een pistool in elk raam en rende verwoed van het ene pistool naar het andere en haalde de trekker over. De Fransen dachten dat er een zeer gemotiveerde en goed uitgeruste bemanning in de toren was en waren, gezien de schijnbaar moeilijke situatie, bereid te onderhandelen. Er werd overeengekomen dat de bemanning van de toren vrijelijk en met volledige militaire eer haar positie kon verlaten en zich bij de troepen van Paoli kon voegen. Toen stapte de oude Ghiacopu Casella uit de toren, alleen, maar vol trots. Andere bronnen zeggen dat hij een systeem had bedacht waarmee hij alle kanonnen tegelijk kon bedienen. Als je bedenkt dat in die tijd het geweer na elk schot met de hand moest worden herladen, is dat een nogal onwaarschijnlijke verklaring.

Sint Julia – beschermheilige van Corsica

De beschermheilige van Corsica, Sint Julia, was ook afkomstig van Nonza. Zij werd in 303 na Christus gemarteld omdat zij weigerde deel te nemen aan een heidens feest. Ze bonden haar aan een paal, sneden haar borsten af en wurgden haar. Waar haar borsten werden geworpen, gutsten twee wonderbaarlijke bronnen uit. Vanuit het dorp leiden meer dan 50 treden naar de put. Deze wandeling biedt een prachtig uitzicht op het dorp, de toren en het grijze strand, dat via verdere treden kan worden bereikt.

Een rondwandeling van een uur naar het strand en door de terrastuinen daarachter is mogelijk. Verschillende mensen schrijven liefdesverklaringen of andere boodschappen op het strand in metersgrote letters met rondslingerende witte stenen, die dan gemakkelijk vanaf de toren kunnen worden gelezen.

U kunt heel comfortabel zitten in de bar voor de kerk onder de platanen. Daar kun je het verkeer zien dat zich door de stad wringt.

Helaas heeft Nonza een acuut parkeerprobleem. In het seizoen, is het nauwelijks mogelijk om je auto te parkeren. Het is daarom aan te bevelen iets voor of iets na Nonza op de weg te parkeren en het dorp in te lopen.